Populair waren tussen 1880 en 1914 de carte de visite (CDV) van 6 bij 9 cm en de kabinetfoto van 16 bij 11 cm. Een CDV kostte de klant rond 1900 twintig cent. Een Medaillon-portret en een kabinetfoto één
gulden en een salonfoto ging voor twee gulden. Voor een proefafdruk liet men soms extra betalen
uit angst dat de klant opnieuw wilde poseren. Of de afdruk werd niet gefixeerd en vervaagde snel.
Verder lezen:
Artikel Ton de Zwart: Naar de fotograaf in Amsterdam
Boek Hans Rooseboom (2008): De schaduw van de fotograaf. Positie en status van een nieuw beroep 1839-1889.
Leiden: Primaverapers